Regensensor gebruiken
De regensensor registreert de hoeveelheid regen op de voorruit en schakelt automatisch de voorruitwissers in. De gevoeligheid van de regensensor is af te stellen met het duimwiel op de rechter stuurhendel.

Regensensorknop
Duimwiel gevoeligheid regensensor/snelheid ruitenwissers
Wanneer de regensensor actief is, verschijnt het regensensorsymbool
op het bestuurdersdisplay.
Regensensor activeren
Om de regensensor te kunnen activeren motor de motor draaien of in contactslotstand I of II staan en de ruitenwisserhendel in stand 0 of die voor een enkele wisslag.
Activeer de regensensor door op de regensensorknop
te drukken.
Haal de hendel omlaag om de wissers een extra wisslag te laten maken.
Draai het duimwiel omhoog voor een grotere gevoeligheid en omlaag voor een lagere gevoeligheid. De wissers maken een extra slag, als u het duimwiel omhoogdraait.
Regensensor deactiveren
Deactiveer de regensensor met een druk op de regensensorknop
of haal de hendel omhoog voor een ander wisprogramma.
De regensensor wordt automatisch gedeactiveerd, wanneer het elektrische systeem in contactslotstand 0 staat of wanneer de motor is afgezet.
De regensensor wordt automatisch gedeactiveerd, wanneer u de wisserarmen in de servicestand zet. De regensensor wordt opnieuw geactiveerd, wanneer de wisserarmen niet meer in de servicestand staan.
In de wasstraat kunnen de ruitenwissers van de voorruit starten en beschadigd raken. Schakel de regensensor uit, terwijl de auto rijdt of wanneer het elektrische systeem van de auto in contactslotstand I of II staat. Het symbool op het bestuurdersdisplay dooft.Belangrijk