Rijmodi

De gekozen rijmodus past de rijeigenschappen van de auto aan om de rijbeleving te verbeteren en ondersteuning te bieden in bepaalde omstandigheden.

Dankzij de rijmodi kunt u in uiteenlopende rijomstandigheden snel gebruik maken van de verschillende autosystemen en instellingen. De volgende systemen worden aangepast voor optimale rijeigenschappen in de verschillende rijmodi:

  • Besturing
  • Motor/versnellingsbak/vierwielaandrijving
  • Remmen
  • Luchtvering en schokdemping
  • Bestuurdersdisplay
  • Klimaatinstellingen

Kies de rijmodus die zich het beste leent voor de actuele rijomstandigheden. Let erop dat u de rijmodi mogelijk niet in alle situaties kunt kiezen.

Rijmodus kiezen

P5-1507-drive mode scroll wheel
Druk op de rijmodusknop DRIVE MODE.
Er verschijnt een pop-upmenu op het middendisplay.
Rol het wiel omhoog of omlaag totdat de gewenste rijmodus gemarkeerd is.
Druk op de rijmodusknop of rechtstreeks op het touchscreen om uw keuze te bevestigen.
Op het bestuurdersdisplay verschijnt de gekozen rijmodus.

Wanneer een rijmodus niet te selecteren is, verschijnt daarover een melding, bijvoorbeeld:

  • Niet kiesb. door handgesch.
  • Niet kiesb. door lage accu
  • Niet kiesb. door lage temp.
  • Niet kiesb. door beperkingen
  • Niet kiesb. door hoge snelh..

Mogelijke rijmodi

 Waarschuwing

Let erop dat de auto bij elektrische aandrijving geen motorgeluid produceert, waardoor spelende kinderen, voetgangers, fietsers en huisdieren u mogelijk niet opmerken. Dit geldt in het bijzonder wanneer u op lage snelheden rijdt, zoals op parkeerterreinen.

 Waarschuwing

Laat de auto niet met geactiveerde rijstand in een ongeventileerde ruimte en uitgeschakelde brandstofmotor staan - de motor start automatisch bij een laag energieniveau in de hybride-accu en de uitlaatgassen kunnen dan ernstig letsel veroorzaken bij mensen en dieren.

HYBRID

  • Dit is de normale rijmodus van de auto, waarbij de elektromotor en de verbrandingsmotor in combinatie werken.

Bij het starten van de motor staat de auto in de rijmodus Hybrid. De regeling maakt gebruik van de elektromotor en de verbrandingsmotor – ieder afzonderlijk of allebei tegelijk – en berekent de optimale gebruiksfactoren gelet op prestaties, brandstofverbruik en comfort. Op hogere snelheden wordt de bodemspeling automatisch afgesteld op een lager niveau om de luchtweerstand te verlagen. Het hangt van de ladingstoestand van de hybride-accu en bijvoorbeeld van de behoefte aan warmte/koeling in het interieur af in hoeverre het mogelijk is alleen de elektromotor te gebruiken.

Met een hoog vermogen is volledig elektrische aandrijving mogelijk. Bij bediening van het gaspedaal wordt tot een bepaalde pedaalstand alleen de elektromotor geactiveerd. De verbrandingsmotor start, wanneer deze gaspedaalstand wordt overschreden en de ladingstoestand van de hybride-accu onvoldoende is om het motorvermogen te realiseren waar de bestuurder via het gaspedaal om vraagt.

Bij een geringe ladingstoestand (hybride-accu bijna leeg) moet de ladingstoestand van de accu worden hersteld, wat betekent dat de verbrandingsmotor vaker aanslaat. Laad de hybride-accu via een laadkabel op aan een 230V(AC)-stopcontact of activeer Charge op het functiescherm om de mogelijkheid tot volledig elektrische aandrijving te herstellen, zie het artikel "Ladingsgraad hybride-accu handhaven of verhogen tijdens het rijden".

Informatie op het bestuurdersdisplay

Bij ritten in de rijmodus Hybrid verschijnt een hybridemeter op het bestuurdersdisplay. De wijzer van de hybridemeter geeft de energie aan die overeenkomt met het vermogen waar u via het gaspedaal om vraagt. De markering tussen de bliksemschicht en de druppel geeft de beschikbare hoeveelheid energie aan. Lees meer over de hybridesymbolen op het bestuurdersdisplay in het artikel "Hybridespecifieke informatie".

P5-1646-XC90H-Hybrid gauge combustion engine on
Bestuurdersdisplay bij aandrijving met elektromotor en verbrandingsmotor.
P5- 15w19-XC90H - battery - electrick engine charging - DIM

Wanneer er bij licht afremmen energie voor de accu wordt teruggewonnen (geregenereerd) wordt dat ook op het bestuurdersdisplay aangegeven. Meer informatie over regeneratief remmen vindt u onder "Bedrijfsrem".

PURE

  • Met de elektromotor rijden voor een minimaal stroomverbruik en een zo laag mogelijke uitstoot van kooldioxide.

De rijmodus maximaliseert het gebruik van de hybride-accu. Dit houdt onder meer in dat de bodemspeling geringer is voor een lagere luchtweerstand en dat het effect van bepaalde klimaatinstellingen wordt gereduceerd voor een zo groot mogelijke actieradius op accu.

De modus Pure is alleen mogelijk, wanneer de ladingstoestand van de hybride-accu voldoende is. Ook in de Pure-modus slaat de verbrandingsmotor aan, als de ladingstoestand van de accu te ver mocht dalen. Ook de verbrandingsmotor slaat aan

  • bij een snelheid hoger dan 125 km/h (78 mph)
  • als de elektrische aandrijving de door u gewenste aandrijfkracht niet kan leveren
  • bij systeem-/onderdeelbeperkingen door bijvoorbeeld een lage buitentemperatuur.

ECO-klimaat

In de rijmodus Pure wordt automatisch het ECO-klimaat voor de passagiersruimte geactiveerd om het stroomverbruik te beperken.

 N.b.

Bij activering van de rijmodus Pure worden enkele parameters in de instellingen van de klimaatregeling gewijzigd en gelden functiebeperkingen voor bepaalde elektrische verbruikers. Bepaalde instellingen zijn handmatig te herstellen, maar de volledige functionaliteit is alleen te verkrijgen door de rijmodus Pure te verlaten of de rijmodus Individual aan te passen maximale functionaliteit op klimaatregelingsgebied.

Druk bij problemen met beslagen ruiten op de knop voor maximale ontwaseming met normale functionaliteit.

OFF ROAD

  • Deze stand levert betere rijeigenschappen van de auto op in moeilijk begaanbaar terrein en op slechte wegen.

De rijmodus levert een grote bodemspeling op, de auto stuurt licht en de vierwielaandrijving alsook de lagesnelheidsregeling met afdalingsremregeling (Hill Descent Control) zijn actief.

Deze rijmodus kan alleen bij lage snelheden worden geactiveerd en de snelheidsmeter laat de zone voor de snelheidsbeperking zien. Als deze snelheid wordt overschreden, wordt de modus Off Road onderbroken en wordt de rijmodus AWD geactiveerd.

Om alle vier de wielen te kunnen aandrijven draaien de verbrandingsmotor en elektromotor continu, wat een verhoogd brandstofverbruik inhoudt.

In de rijmodus Off Road zit er een kompas tussen de snelheidsmeter en de toerenteller op het bestuurdersdisplay.

 N.b.

De rijstand is niet geschikt voor gebruik op de openbare weg.

 N.b.

Als u de auto uitschakelt in de modus OFF ROAD zodat de auto een grote bodemspeling heeft, zakt het chassis de volgende keer dat u de auto start omlaag.

 Belangrijk

Rijstand OFF ROAD mag niet worden gebruikt bij rijden met aanhanger zonder aanhangercontact. Anders bestaat het risico dat de luchtbalgen beschadigd raken.

AWD

  • De wegligging en rijeigenschappen van de auto verbeteren door verlengde vierwielaandrijving.

De rijmodus is bestemd voor optimale vierwielaandrijving bij gladheid en verbeterde rijeigenschappen. Dit werkt eveneens stabiliserend bij ritten op hogere snelheden, zoals bij het trekken van een zware aanhangwagen of tijdens het slepen.

Bij vierwielaandrijving werken zowel de verbrandingsmotor als de elektromotor, wat een verhoogd brandstofverbruik inhoudt.

In de overige rijmodi bepaalt de auto zelf de behoefte aan vierwielaandrijving, zodat de elektromotor of de verbrandingsmotor zo nodig worden ingeschakeld.

POWER

  • De Power-modus zorgt ervoor dat de auto een sportiever gedrag vertoont en sneller reageert op het gaspedaal.

De rijmodus maximaliseert het gecombineerde effect van de verbrandingsmotor en elektromotor door aandrijving van zowel voor- als achterwielen. Er wordt sneller en scherper geschakeld en de versnellingsbak geeft de voorrang aan een versnelling die een hogere trekkracht oplevert. De auto reageert sneller op stuurwielbewegingen, de vering is stugger dan normaal en de geringere bodemspeling zorgt ervoor dat de carrosserie het wegdek beter volgt om in bochten de mate van overhellen te beperken.

Bij vierwielaandrijving werken zowel de verbrandingsmotor als de elektromotor, wat een verhoogd brandstofverbruik inhoudt.

INDIVIDUAL

  • Deze stand biedt de mogelijkheid om uw eigen rijinstellingen op te slaan.

Kies een van de rijmodi als uitgangspunt en pas de instellingen voor de rijeigenschappen geheel naar wens aan. De instellingen worden vervolgens opgeslagen in uw eigen bestuurdersprofiel.

De persoonlijke rijmodus is alleen beschikbaar, wanneer u deze eerst geactiveerd hebt op het middendisplay.
Druk op Instellingen op het hoofdscherm.
Druk op My CarIndividuele rijmodus en markeer Individuele rijstand.

Kies onder Vooringesteld een rijmodus als uitgangspunt: Pure, Hybrid of Power.

Instellingen die kunnen worden aangepast, zijn instellingen voor:

  • Bestuurdersscherm
  • Stuurkracht
  • Kenmerken aandrijflijn
  • Remkenmerken
  • Besturing ophanging
  • ECO-klimaat.

Verbrandingsmotor starten en afzetten

Een geavanceerd regelsysteem bepaalt wanneer de auto met de verbrandingsmotor of met de elektromotor wordt aangedreven of met beide tegelijk.

De primaire functie is het zo effectief mogelijk benutten van de verschillende motoren en de beschikbare energie in de hybride-accu, rekening houdend met de eigenschappen van de verschillende rijmodi en het door u gevraagde vermogen via het gaspedaal.

Er zijn ook gevallen waarbij tijdelijke beperkingen van het systeem, of wettelijke eisen met betrekking tot het aanhouden van een laag niveau van de totale uitstoot van de auto tot een grotere mate van gebruik van de verbrandingsmotor kunnen leiden.