Hulpaccu

Een auto met Start/Stop-systeem is voorzien van twee accu's – één krachtigere 12 V-startaccu en een hulpaccu die gebruikt wordt voor de startprocedure middels het Start/Stop-systeem.
P5-1507 Support battery location
De hulpaccu van 12 V zit in een bak naast de veerpootbevestiging.
P5-1917-XC90-48V battery
Als de auto in plaats daarvan met een hulpaccu van 48 V is uitgerust, dan zit deze onder de laadruimte. De bak over de hulpaccu van 48 V mag uitsluitend door een erkende werkplaats worden verwijderd.

 Waarschuwing

Hoogvoltspanning kan gevaarlijk zijn bij onoordeelkundig ingrepen. Raak geen accu-onderdelen aan, wanneer dat niet uitdrukkelijk in de gebruikershandleiding staat aangegeven.

  • Een hulpaccu van 48 V mag nooit worden gebruikt voor het verlenen van starthulp.
  • Externe elektrische uitrusting mag onder geen beding op de 48 V-accu worden aangesloten.
  • Laat het onderhoud en vervangen van een 48 V-accu over aan een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.

 N.b.

  • Hoe hoger de stroomafname in de auto (extra koeling/verwarming e.d.), hoe meer de accu’s moeten worden bijgeladen = hoe hoger het brandstofverbruik.
  • Wanneer de capaciteit van de startaccu tot onder de ondergrens is gedaald, wordt het Start/Stop-systeem uitgeschakeld.

Een tijdelijke functiebeperking van het Start/Stop-systeem op grond van een hoge stroomafname houdt het volgende in:

  • Er vindt automatische motorstart plaats zonder dat u het rempedaal loslaat.

De hulpaccu vergt doorgaans niet meer service dan de normale startaccu. Neem bij vragen of problemen contact op met een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.

 Belangrijk

Bij het negeren van het volgende valt het Start/Stop-systeem mogelijk tijdelijk uit na aansluiting van een externe startaccu of acculader:

  • Gebruik de minpool van de startaccu in de auto nooit voor aansluiting van een externe startaccu of acculader – alleen het negatieve laadpunt van de auto mag als massapunt dienen.

 N.b.

Als de startaccu dermate ontladen is dat de elektrische standaardsystemen van de auto's zijn uitgeschakeld en als u de motor vervolgens start met een externe accu of acculader, dan blijft het Start/Stop-systeem mogelijk actief. Als het Start/Stop-systeem kort daarna een automatische motorstop verricht, is de kans groot dat een volgende automatische motorstart mislukt door onvoldoende capaciteit van de startaccu, omdat de accu niet genoeg is opgeladen.

Als de auto starthulp heeft gekregen of de accu onvoldoende is opgeladen met een acculader, wordt geadviseerd het Start/Stop-systeem uit te schakelen totdat de auto de startaccu voldoende bijgeladen heeft. Bij een buitentemperatuur van zo'n +15 °C (60 °F) moet de accu ten minste 1 uur lang door de auto worden opgeladen. Bij lagere buitentemperaturen kan de laadduur toenemen tot zo'n 3–4 uur. Geadviseerd wordt de accu op te laden met een externe acculader.

Specificaties van de hulpaccu

TypeAGM
Spanning (V)12
Koudestartvermogen1 – CCA2 (A)170
Afmetingen, l×b×h150×90×130 mm (5,9×3,5×5,1 inch)
Capaciteit (Ah)10

 Belangrijk

Bij vervanging van de accu moet u erop letten dat u een accu van dezelfde afmetingen, met hetzelfde koudestartvermogen en van hetzelfde type gebruikt als de originele accu (zie de sticker op de accu).
  1. 1 Volgens EN-norm.
  2. 2 Cold Cranking Amperes.