Airconditioning activeren/deactiveren

De airconditioning koelt en droogt zo nodig de binnenkomende lucht.

Hoofdairconditioning activeren/deactiveren

P5-1507–Climate–Button AC
Airconditioningsknop op klimaatscherm.
Open het klimaatscherm op het middendisplay.
Druk op AC.

De airconditioning wordt geactiveerd/gedeactiveerd en de knop gaat branden/dooft.

Bij een actieve airconditioning bepaalt de klimaatregeling op basis van de behoefte automatisch de tijdstippen voor in- en uitschakeling.

 N.b.

Sluit alle zijruiten en het panoramadak* voor optimale werking van de airconditioning.

 N.b.

Het is niet mogelijk de airconditioning te activeren, wanneer de ventilatorknop in stand Off staat.

Airconditioning derde zitrij* activeren/deactiveren

P5-1507–Climate–Button rear AC
Airconditioningsknop op tabblad Achter klimatisering op klimaatscherm.
Open het klimaatscherm op het middendisplay en kies het tabblad Achter klimatisering.
Druk op Klimaat 3e rij.
De airconditioning wordt geactiveerd/gedeactiveerd en de knop gaat branden/dooft.

 N.b.

Het is niet mogelijk de airconditioning voor de derde zitrij te activeren, als de hoofdairconditioning uitstaat of als de klimaatregeling voor de tweede zitrij* uitgeschakeld is.

Automatische inschakeling klimaatregeling derde zitrij activeren/deactiveren bij starten van de motor*

U kunt aangeven (bij een auto met 4-zoneregeling*) of de klimaatregeling voor de derde zitrij bij het starten van de motor al dan niet geactiveerd moet zijn.

Druk op Instellingen op het hoofdscherm van het middendisplay.
Druk op Klimaat.
Kies Klimaat 3e rij aan bij motorstart voor activeren/deactiveren klimaatregeling derde zitrij bij starten van de motor.
  1. * Optie/accessoire.