Veiligheid
Van kinderzitjes tot zittingverhogers: bij Volvo Cars leveren we al sinds de jaren '70 producten voor kindveiligheid. Ons doel is om voortdurend de veiligheid van kinderen in onze auto's te verbeteren.
Iedereen telt
Veiligheid voor iedereen is onze topprioriteit – voor bestuurders, passagiers, andere automobilisten en natuurlijk voetgangers. Wij waren altijd al toonaangevend en innovatief op het gebied van veiligheid, en kindveiligheid vormt daarop geen uitzondering.
Ontworpen voor het leven
Onze benadering van kindveiligheid is uniek: we testen op basis van daadwerkelijke verkeerssituaties. Daarom raden wij ook dringend aan om kinderen van vier jaar en jonger te laten reizen in een naar achteren gerichte kinderzitje.
Kindveiligheid voorin
Hoe reist een kind veilig mee op de voorstoel in de auto? We hebben onze aanbevelingen daarvoor aangepast, naar aanleiding van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van airbagtechnologie. Afhankelijk van het modeljaar van uw Volvo gelden verschillende aanbevelingen.
Kinderzitjes
We brengen voortdurend verbeteringen aan in ons assortiment kinderzitjes. Al in 1972 lanceerden we ons allereerste achterwaarts gerichte kinderzitje. Ons uitgangspunt is dan ook altijd dat kinderen zo veilig mogelijk moeten kunnen reizen. Voor kinderen tot minimaal 4 jaar is een achterwaarts gericht zitje de veiligste keuze.
Ons erfgoed van kindveiligheid
Vanaf de jaren '70 zijn we toonaangevend op het gebied van kindveiligheid en onderzoek daarnaar. Bekijk onze belangrijkste innovaties op het gebied van kindveiligheid door de jaren heen.
We laten niemand aan zijn lot over
Afgeleid zijn in de auto of moe achter het stuur zitten: we weten dat het kan gebeuren en daarom zijn we er om u te helpen. De radars van ons nieuwe Occupant Sensing systeem scannen het interieur om te voorkomen dat u per ongeluk een kind of huisdier in de auto achterlaat.
Ontdek onze modellen
De veiligheidsvoorzieningen van Volvo Cars vormen een aanvulling op veilig rijgedrag en zijn niet bedoeld om onoplettend, agressief of anderszins onveilig of verboden rijgedrag mogelijk te maken of aan te moedigen. Uiteindelijk is de bestuurder te allen tijde verantwoordelijk voor het veilig besturen van het voertuig. Beschreven functies kunnen optioneel zijn en de beschikbaarheid ervan kan per land verschillen.